Boekrecensies Historische fictie

De ogen van Osiris – Oliver Pötzsch

23 december 2023

Leopold von Herzfeldt is als hoofdinspecteur bij de Weense politie inmiddels aardig op zijn plek. Zijn collega´s zijn intussen wel zo’n beetje aan zijn gewoontes gewend en in de tussentijd heeft hij er ook voor gezorgd dat zijn geliefde Julia promotie heeft gekregen. Ze is niet langer telefoniste, ze werkt tegenwoordig als politiefotografe. Terwijl zij met een groeiend aantal vermoorde en gecastreerde schandknapen wordt geconfronteerd, krijgt Leo een wel heel bijzondere zaak op zijn bordje. Hij moet namelijk gaan uitzoeken wie ervoor heeft gezorgd dat een beroemde Weense egyptoloog gemummificeerd in het Kunsthistorisch Museum is beland.

Een eeuwenoude vloek

Het bijzondere aan de moord op egyptoloog Alfons Strössner is wel dat hij twee jaar eerder, in 1892, in de ruïnes van het oude Thebe een grote ontdekking deed. Hij vond daar in een onaangetast graf de mummie van Ta-bek-en-chon, een priester van Toth. Toth was een oude en machtige Egyptische god die als de schrijver van het Egyptische dodenrijk werd gezien.

Strössner liet de mummie in het geheim naar het Weense Kunsthistorisch Museum brengen zodat hij daar in alle rust verder onderzoek kon doen en uiteindelijk alle eer voor de vondst op kon strijken. In de tussentijd zijn meerdere leden van die bewuste Egyptische expeditie overleden en nu is ook Strössner bezweken. De hele zaak lijkt te zijn omgeven door een eeuwenoude Egyptische vloek en de eigenzinnige doodgraver Augustin Rothmayer doet daar graag nog een paar extra schepjes bovenop (pun intended).

Wanneer Leo met een levende mummie in de tuin van Strössners huis wordt geconfronteerd, wordt de zaak nog mysterieuzer. Gelukkig is deze ‘piefke’ (een Duitser van boven de rivier de Main) met zijn kennis van de moderne criminalistiek niet voor één gat te vangen.

Gecastreerde schandknapen

Terwijl Leo zijn hoofd breekt over de zaak met de gemummificeerde Strössner, heeft Julia haar handen vol aan het fotograferen van vermoorde schandknapen die na hun dood zijn gecastreerd. Ze heeft het zo moeilijk met het vastleggen van deze onteerde jongens dat ze zich afvraagt of deze nieuwe baan nu wel zo’n goed idee was.

Leo’s collega Erich Loibl is met deze moorden belast, maar de drankzuchtige inspecteur weet niet goed raad met de aanwijzingen bij deze misdaden. Gelukkig deelt hij een kantoor met Leo, die al snel voor een doorbraak weet te zorgen.

“’Man, denk toch eens na!’ Leo kreunde. ‘Als het echt zo zit als u nu beweert en het inderdaad om een enkele pooier gaat die zijn territorium wil afbakenen, dan wil hij die jonge knapen alleen maar duidelijk maken dat ze moeten uitkijken. En dan doet hij dat openlijk, dan laat hij die lijken in zijn eigen wijk liggen, op een plek waar ze beslist worden gevonden. Dat is hier niet het geval.’ Hij wees op de foto’s die op het bureau lagen.”

Opnieuw een pareltje vol spanning en sfeer

Het eerste boek over Leopold von Herzfeldt (Het boek van de doodgraver) vond ik absoluut geweldig, dus mijn lat lag erg hoog toen ik aan dit tweede deel begon. Gelukkig was ik na het lezen van twee hoofdstukken er al achter dat mijn hooggespannen verwachtingen alles behalve onterecht waren. Oliver Pötzsch weet de uitmuntende kwaliteit van het vorige boek namelijk moeiteloos vast te houden.

Karakters uit het eerste deel komen terug (ik was dolblij dat ook Augustin Rothmayer weer uitgebreid van de partij was!) en worden verder uitgediept. Er zijn opnieuw meerdere zaken omgeven door mysterie die vervolgens met een aantal kunstige plotwendingen en verrassende ontknopingen bij elkaar worden gebracht.

De spanning is dik in orde, maar voor mij was het vooral de heerlijke sfeer van de late 19e eeuw, het drukke Wenen en de geheimzinnigheid rond deze nieuwe moordzaken die me aan de pagina’s gekluisterd hielden. Ik heb begrepen dat er voor 2024 weer een nieuwe uitgave van Oliver Pötzsch op de planning staat en hoewel nog niet duidelijk is of het hier om een derde deel uit de Leopold von Herzfeldt- serie is, sta ik bij voorbaat al te trappelen van ongeduld. Deze schrijver is voor mij een garantie voor ultiem leesplezier!  

    Plaats een reactie