Mannen met gleufhoeden, omringd door wolken sigarettenrook. Duistere praktijken in achterafstraatjes en grootspraak over bakelieten telefoons. De Berlijnse trilogie van Philip Kerr bevat de eerste drie delen rondom privédetective Bernie Gunther die in het Berlijn van de jaren dertig, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, de uitdagingen van het overheersende nationaal socialisme aangaat. De boeken zijn geschreven met alle charmes van een zwartwit film en de schrijfstijl is om je vingers bij af te likken. Als je niet al te feministisch bent tenminste.
De koning van ‘als’ en ´‘alsof’
Philip Kerr is een meesterlijke schrijver, dat is binnen een paar bladzijdes wel duidelijk. In een paar grove schetsen creëert hij een setting met personages die zijn doorspekt van hilarische beschrijvingen en vergelijkingen. En tja, die vergelijkingen worden veelal aangekondigd met het woord ‘als’ of ´alsof´.
Een kleine bloemlezing:
“Met haar fantastische zwarte hoed die op een vleugel leek waarvan de klep omhoog stond, was Ilse Rudel in rouwkleding nog mooier dan in bed. Een paar keer ontmoette ik haar ogen, maar met opeengeklemde lippen, alsof ze mijn nek tussen haar tanden had zitten, keek ze dwars door me heen, alsof ik een stuk vuil vensterglas was.”
“Ik schudde mijn hoofd en keek knipperend omhoog naar de man die me geslagen had. Hij leek wel een reus met een grote mond en dikke wangen, alsof hij achter elk een paar gesneden broden had gepropt. Hij had een overhemd om zijn bovenlijf hangen, maar dat leek meer op een laken dat je in een kapperszaak om krijgt en zijn nek hoorde eerder in een paardenhoofdstel thuis zodat hij een ploeg kon trekken.”
“Jost was een lange man die er wat ascetisch uitzag. Op zijn gezicht leek de schichtige uitdrukking van een hert bevroren te liggen en zijn magere nek stak uit de boord van zijn overhemd als die van een schildpad uit een gehuurd schild. Hij lachte het zuinigste van alle glimlachjes, want hij stond op het punt zijn ondergeschikte eens flink op zijn nummer te zetten.”
De vrouwvriendelijkheid is wel ver te zoeken
Natuurlijk, de boeken zijn geschreven met de gedachtegang van de jaren dertig en de overheersende nazi’s die vonden dat het enige recht van een vrouw het aanrecht was. Dat vrouwen geen make-up hoorden te dragen, niet mochten werken, niet mochten roken en vooral zoveel mogelijk kinderen moesten baren.
Tel daar een behoorlijk seksistisch hoofdpersonage bij op en je krijgt als feministe met regelmaat kromme tenen. Bernie Gunther deelt vrouwen namelijk in twee categorieën in:
- Vrouwen met wie hij best een beschuitje zou willen eten. Deze vrouwen worden met een uitgebreide loftrompet omschreven;
- Vrouwen met overgewicht of een uiterlijk dat bij hem niet in de smaak valt. Ook zij worden uitgebreid omschreven, maar wel met enige walging.
Dit maakt de Berlijnse Trilogie erg mannelijk. Bernie is het niet eens met de ideologieën van de nazi´s, hij heeft helemaal niets tegen joden, homoseksuelen en zigeuners. Maar hij is en blijft een kerel uit de jaren dertig en daar had ik best wat moeite mee.
In die zin: het personage is goed uitgewerkt en zo consistent dat ik regelmatig de behoefte had om hem eens goed de waarheid te vertellen als hij een vrouw weer eens volledig op haar uiterlijk beoordeelde. Over zijn eigen uiterlijk wordt namelijk met geen moord gerept. Maar goed, dat is een persoonlijk dingetje.
Het eerste boek uit de Berlijnse Trilogie: Een Berlijnse kwestie
Het is de vooravond van de Olympische Spelen in Berlijn en de enige dochter van de Berlijnse staalmagnaat Hermann Six is samen met haar echtgenoot vermoord. Bovendien is haar kluis met kostbare juwelen van haar overleden moeder leeggeroofd. Voormalig rechercheur en privédetective Bernie Gunther wordt ingehuurd om te achterhalen wie hier verantwoordelijk voor is.
Tijdens zijn zoektocht komen de verwarrende verhoudingen en concurrentie tussen onder andere de Alex (politiecorps aan de Alexanderplatz), Kripo (Kriminalpolizei), Sipo (Sicherheitspolizei) en Gestapo (Geheime Staatspolizei) uitgebreid aan bod. Maar ook de nazi-cultuur die zich steeds verder uitbreid en de Joden die steeds meer in het nauw worden gedreven krijgen veel aandacht.
Het verhaal gaat een aantal verschillende richtingen uit, want Gunther gaat vaak op zijn gevoel af en kijkt dan wat er gebeurt. En die gebeurtenissen zijn in veel gevallen doorspekt van geweld. Als lezer voelt het alsof je in een achtbaan zit. Je denkt dat je weet wat er na de volgende bocht gaat komen, maar dat blijkt toch weer heel anders te lopen.
Ik heb me hierdoor geen moment verveeld en las soms bepaalde alinea’s opnieuw omdat ze zo geweldig geschreven waren.
“Uit de zak van haar mantel haalde ze een klein kanten zakdoekje dat in haar grote boerenhanden even onwaarschijnlijk leek als een antimakassar in die van Max Schmeling, de bokser. Het scheen ook volkomen ontoereikend voor de taak die het wachtte: ze snoot haar pukkelige walnoot van een neus met zulk een heftigheid en een kabaal dat ik de neiging moest onderdrukken om mijn hoed op mijn hoofd vast te houden. Toen veegde ze haar grote, brede gezicht af met het doorweekte overblijfsel.”
Het tweede boek uit de Berlijnse Trilogie: Het handwerk van de beul
Het is 1938 en Bernie Gunther wordt ingehuurd door Frau Lange, een rijke uitgeefster die wordt gechanteerd met liefdesbrieven die haar homoseksuele zoon naar zijn minnaar heeft geschreven. In nazi-Duitsland is homoseksualiteit bijna net zo vreselijk als het jodendom, dus de dame is er behoorlijk bij gebaat als de brieven van haar enige zoon niet in de openbaarheid komen.
Gunther komt er vrij snel achter wie de waarschijnlijke chanteur is en zet zijn nieuwe partner (een oud-collega van de Alex) Bruno Stahlecker op de uitkijk bij het huis van de verdachte. De volgende ochtend is Bruno dood. Generaal Heydrich, leider van de Sipo en Gestapo ziet zijn kans schoon en gebruikt de moord op Bruno om Gunther opnieuw bij de Alex in te lijven.
Er zijn namelijk 5 jonge, perfect Arische meisjes op rituele wijze vermoord en het niveau van de rechercheurs bij de Alex is te bedroevend. Ze hebben Gunther nodig om te voorkomen dat er nog veel meer slachtoffers gaan vallen.
In een tijd waar het een vanzelfsprekendheid is dat een jood de seriemoordenaar is, begeeft Bernie Gunther zich opnieuw in de politieke en bureaucratische strijd van de nazileiding van Berlijn om zo de moorden op te kunnen lossen.
Philip Kerr gooit – net zoals bij het eerste deel over Bernie Gunther – gedurende het verhaal verschillende lijntjes uit. Een aantal daarvan lijken helemaal niet belangrijk te zijn. Maar tegen de tijd dat je bij de climax aankomt komen die allemaal als puzzelstukjes bij elkaar. Heel knap gedaan!
Het derde boek uit de Berlijnse Trilogie: Een Duits Requiem
Het is inmiddels 1947 en Berlijn ligt volledig in puin. De Tweede Wereldoorlog mag dan wel voorbij zijn, in Berlijn is daar amper iets van te merken. Er is een enorme inflatie en er zijn grote tekorten aan zo’n beetje alle essentiële levensmiddelen. Daarnaast gaat de stad gebukt onder de aanwezigheid van de brute en gewelddadige ‘Iwans’. De Russen hebben een deel van Berlijn overgenomen waardoor er daar een soort Wilde Westen is ontstaan. Maar dan met veel koudere temperaturen, want het verhaal speelt zich in de winter af.
Bernie is inmiddels getrouwd en naarmate het verhaal vordert is goed te merken dat de oorlog hem een andere man heeft gemaakt. Hij is namelijk een stuk respectvoller naar vrouwen toe.
Hij werkt weer als privédetective en wordt door een Russische kolonel ingehuurd om in Wenen een zaak te onderzoeken. Een voormalig collega van Bernie zit daar namelijk onschuldig in de gevangenis voor de moord op een Amerikaan.
Er volgt een pittig relaas vol met moeilijk te doorgronden verhoudingen tussen Amerikanen, Russen, Duitsers en Oostenrijkers. Afkortingen van verschillende afdelingen, mogelijke spionnen en geheime acties struikelen over elkaar heen en dat alles is overgoten met een dikke saus van moedeloosheid. Duisters en Oostenrijkers zitten na een verwoestende oorlog aan het einde van hun latijn, de een heeft nog vreselijkere trauma´s opgelopen dan de ander.
De hilarische beschrijvingen zijn in dit boek dan ook ver te zoeken, de neerslachtigheid druipt van de pagina´s. Natuurlijk was het opnieuw fantastisch geschreven, het feit dat ik na het lezen van dit boek sterke behoefte aan een luchtige feelgood heb, is daar het bewijs van.
Geen reacties