Carl Mørck van de Afdeling Q heeft opnieuw genoeg om zich zorgen over te maken. Er zijn namelijk twee dossiers uit zijn persoonlijke verleden waarbij er opeens nieuwe aanwijzingen boven zijn komen drijven en dan zorgt Assad er ook nog eens voor dat iedereen binnen de kortste keren flink verkouden is. Zijn ex Vigga wil bovendien nu echt gaan scheiden en dat kan hij niet betalen. Tussen al deze kopzorgen door moet hij samen met Assad en Rose een zaak uit 1987 zien op te lossen: de vermissing van Rita Nielsen. Ondanks alle persoonlijke verwikkelen weten Carl en zijn team hier vrij snel chocolade van te maken, die blijkt uiteindelijk alleen vreselijk zuur te smaken.
De lijken in Carl’s kast
Het eerste dossier uit zijn verleden waar Carl mee moet zien te dealen is de dood van Birger Mørck in 1978. Carl was destijds 17 jaar oud en samen met zijn oom Birger en neef Ronny aan het vissen. Beide jongens werden afgeleid omdat er knappe meiden voorbij kwamen fietsen en in de tussentijd is Birger in ondiep water verdronken. Niemand weet precies wat er destijds precies is gebeurd, ondanks de vreemde omstandigheden is het afgedaan als een ongeluk. Het is alleen zo dat Ronny momenteel rondbazuint dat de dood van Birger geen ongeluk was, dus daar moet Carl wat mee.
En dan zijn er ook nog eens nieuwe aanwijzingen in de ‘spijkerpistoolzaak’ gevonden. Bij deze zaak is Carl ernstig gewond geraakt, is een collega gestorven en een andere collega ernstig verlamd geraakt en nu zijn er opeens sporen die impliceren dat Carl op de een of andere manier meer weet dan hij wil vertellen.
Dat allemaal is al heftig genoeg, en dan blijkt de zaak rond Rita Nielsen ook nog eens complex en duister te zijn.
De Geheime Strijd
Als lezer kruip je in dit verhaal regelmatig in het hoofd van ene Curt Ward, een 88-jarige fanaticus die met zijn fascistische partij aan de parlementsverkiezingen mee wil doen.
“Als Curts vader nu nog had geleefd, zou hij trots zijn geweest op hoe ver zijn zoon deze ideeën had weten te verspreiden, net als hij ook trots zou zijn geweest op zijn zoons behartiging van wat zij tweeën in de loop der jaren langzamerhand De Geheime Strijd hadden genoemd. Waarin hij en andere, rechtschapen en gelijkgestemden alles deden wat illegaal was, en wat ze probeerden legaal te maken via de politieke partij De Zuivere Lijn. Waarin ze het zichzelf permitteerden kinderen die het niet verdienden een leven te krijgen, te scheiden van hen die het wél verdienden.”
Terwijl Carl steeds verder in de verdwijning van Rita Nielsen duikt, stuit hij uiteindelijk ook op een waargebeurd schandaal uit de Deense geschiedenis: het eilandje Sprogø waar tot in de jaren zestig vrouwen met een zogenaamd seksueel losbandig leven gedwongen naartoe werden gestuurd.
Opnieuw ijzersterk
Ook dit vierde deel uit de Serie Q van Jussi Adler-Olsen is weer ijzersterk. De vaste personages krijgen met nieuwe uitdagingen te maken, en de verschillende zaken waar het team mee te maken krijgt zijn op zijn minst boeiend en duister. Uiteraard is het geheel weer omlijst door de nodige humor waardoor het opnieuw een heus leesfeest voor iedere doorgewinterde thrillerliefhebber is.
Er is alleen een klein puntje waar ik me wel een ietsepietsie aan begin te irriteren. Dit is namelijk al het vierde boek waarin nadrukkelijk wordt gesuggereerd dat Assad, Carl’s Syrische assistent, niet is wie hij zegt dat hij is. Er worden meer aanwijzingen in die richting opgeworpen, maar nog altijd blijf je als lezer in het ongewisse over dit mysterie. En wat mij betreft mag daar nu onderhand wel eens duidelijkheid in komen, ik vind dat dit enigma nu lang genoeg is uitgerekt.
Ik mag dus hopen dat Adler-Olsen in het vijfde deel eindelijk uit de doek doet wat Assad zo graag wil verbergen!
Geen reacties