De twee jonge studenten Smilla Holst en Malik Mansur zijn gewapend met camera’s in de dichte bossen buiten Malmö bezig met urban exploration. Mailik had van een kennis gehoord dat hier ergens een verlaten bunker is waar grotregen te zien is en daar liep Smilla ondanks hun verbroken relatie wel warm voor. Eenmaal in het verlaten gebouw dat verborgen in een berg en flink overwoekerd is zodat het niet te zien is als je niet weet wat het is, kunnen ze hun geluk niet op. Het is er prachtig en Smilla begint meteen druk foto’s van de grotregen te maken. Malik loopt de tunnels naar de achterliggende grot in. Niet veel later worden ze als vermist bij de politie opgegeven.
Van Zware Criminaliteit naar de kelder
Inspecteur Leo Asker is teamchef van de afdeling Zware Criminaliteit en niet lang nadat Smilla en Malik vermist zijn, brieft zij haar collega’s over deze zaak. De ouders van Smilla zijn een vooraanstaand koppel in Malmö, dus deze vermissing zal veel aandacht in de pers krijgen. Het is daarom belangrijk om de twee jongeren zo snel mogelijk te vinden.
De hoofdcommissaris maakt zich de nodige zorgen over het feit dat de vermiste Smilla uit zo’n belangrijke familie komt en besluit daarom om hulp van buitenaf in te roepen. Die komt in de vorm van Jonas Hellman, de ex van Leo. Ze zijn niet bepaald op goede voet uit elkaar gegaan, dus Jonas verspilt geen tijd en zorgt ervoor dat Leo in een vloek en zucht van haar eigen afdeling wordt verbannen.
Leo (die eigenlijk Leonore heet) wordt als chef van de afdeling Ondersteuning in de kelder van het bureau benoemd. Hier werken een handjevol vage mensen waar niemand het bestaan van weet en eigenlijk doen ze ook niet veel nuttigs. Asker heeft geen idee wat ze daar moet doen, totdat ze een telefoontje van Kjell Lilja krijgt, de voorzitter van de modelspoorclub in Hässleholm. Hij heeft met een vreemd fenomeen te maken en dat leidt Leo uiteindelijk naar de verdwijning van Smilla en Malik.
Alle touwtjes in handen
Jonas Hellman is ervan overtuigd dat Malik Mansur Smilla heeft ontvoerd en dat er binnenkort een losgeldeis zal komen. Leo heeft daarentegen genoeg informatie om te stellen dat het in werkelijkheid heel anders in elkaar zit. Ze is alleen effectief kaltgestellt, niemand wil naar haar luisteren. Ze zal met haar geheime onderzoek snel met bewijzen moeten komen, anders overleven Smilla en Malik dit niet.
In de tussentijd zit er een man in een bunker. Hij noemt zichzelf de bergkoning en hij heeft alle touwtjes in handen.
“Een tijd lang was hij tevreden met dieren. Eerst katten, en vervolgens, toen hij moediger werd, zelfs honden en soms wilde dieren. Hij ving ze en nam ze mee, diep zijn berg in, sloot ze op in een van de kleine kamertjes en maakte ze tot de zijnen. Observeerde zijn prooi urenlang door het luikje in de deur, leerde dingen, belangrijke dingen. Zoals dat je dieren kon voorzien van voer en water, maar dat ze zo langzamerhand met het verstrijken van de weken toch doodgingen.”
Een page turner met een extra wimpel
Ik lees aan de lopende band spannende boeken. De één zorgt er net wat meer voor dat ik op het puntje van mijn stoel ga zitten dan de ander en dat is prima. Dit eerste deel uit de Leo Asker-serie is alleen hele andere koek. Het verhaal zit zo ingenieus in elkaar, de karakters zijn zo interessant en de spanning is van zo’n hoog niveau dat dit boek met recht de titel ‘Page turner’ van me krijgt. Ik zou er het liefste nog een extra wimpel aanhangen, want dit was serieus geweldig.
Leo Asker past wat mij betreft uitstekend in het rijtje van Helen Grace, Robert Hunter, Gina Harte en Luc Callanach. Ik hoop dat er met gezwinde spoed een vervolg op dit boek komt, want de laatste regels van het verhaal zijn veelbelovend!
No Comments