Het is 1959 en de net afgestudeerde Ezra Walsh is intelligent, een strategisch denker en ze heeft een gave in het doorzien van groepsdynamiek. Om die reden mag ze zich dan ook ondanks haar jonge leeftijd al lid van het campagneteam van senator John F. Kennedy noemen en weet ze belangrijke duiten in het zakje te doen in zijn race naar het presidentschap. De voorverkiezingen zijn desondanks weerbarstig en Ezra heeft aanbevelingen gedaan die wellicht niet goed gaan uitpakken. Veel tijd om daar bij stil te staan heeft ze alleen niet, want ze wordt geconfronteerd met de moord op haar broer Elias.
Het metalen koffertje
Elias was in bijna ieder opzicht Ezra’s broer, ze misten alleen het overeenkomstige DNA. Net als hun oudere ‘broer’ Samuel groeiden ze in het Duitsland van de jaren veertig als joodse kinderen op. Dankzij het verzet en de bescherming van Frau Beer konden de kinderen toen ze amper vier en vijf jaar oud waren onderduiken en wisten ze zo de Tweede Wereldoorlog te overleven, maar ze hadden geen idee van hun biologische families. Gelukkig hadden ze elkaar.
Eind jaren ’40 wisten Ezra, Elias en Samuel de Verenigde Staten te bereiken en werden ze als pleegkinderen opgenomen in het gezin van de invloedrijke senator Joe Walsh. Deze pleegvader gaf hen een aardige voorsprong. Dankzij zijn geld, toewijding en connecties werd Samuel de rechterhand van president Dwight Eisenhower. Ook Elias maakte snel carrière, hij werd vooral ingezet in gebieden waar het dreigde te escaleren. Details over zijn exacte functie deelde hij nooit.
Nu is Elias dood, overduidelijk vermoord, en gaan Ezra’s gedachten terug naar 1945. In het staartje van de Tweede Wereldoorlog, toen ze haar onderduikadres was ontglipt om te zien hoe de nazi’s steeds meer verliezen leden, vond ze een metalen koffertje met vijftig koperen kokertjes. Er stond het teken van de SS op. En net nadat de oorlog was beëindigd kwam de mysterieuze Frau Wolff bij Frau Beer bij hen wonen.
Kleine Salo
Elias is niet de eerste ´broer´ die Ezra verliest. Er was ook nog Salo op hun onderduikadres in Duitsland en Samuel is er altijd van overtuigd geweest dat Frau Wolff daar achter zat. Die vreemde vrouw kwam zomaar, net na de capitulatie van de nazi´s, bij hen wonen en toonde ongewoon veel interesse in de kleine Salo. Niet veel later was hij dood. Bij de uitvaart van Elias moet Ezra daar erg veel aan denken.
“Drie uur later, toen de rabbijn en de mannen die met hem de tahara hadden verzorgd waren verdwenen, sprak Samuel zijn gedachten uit.
‘Het is het werk van Frau Wolff,’ zei hij.
Samuel zat naast me. Samen waakten we bij het lichaam van Elias tot de begrafenis, die over enkele uren, kort na zonsopkomst, zou plaatsvinden.
‘Denk je dat er een link is tussen haar en de dood van Elias?’ vroeg ik.
‘Ongetwijfeld. Eerst Salo en nu Elias. Zij weet wie wij zijn. Zij moet hierachter zitten.’”
Een opeenstapeling van verbijsterende verrassingen
Dit debuut van A.C. Porter mag dan wel niet op de werkelijkheid zijn gebaseerd, spannend is het wel degelijk. En origineel. Het duurde even eer ik echt mijn weg in dit verhaal had gevonden, want het begin is een beetje vreemd, maar daarna liet het me niet meer los. Het is intrigerend hoe het aangrijpende verleden van Ezra zijn weg naar het heden in de Verenigde Staten weet te vinden en hoe zij daar mee omgaat.
Wanneer tegen het einde van het boek uiteindelijk – een beetje slordig, maar een kniesoor die daar op let – blijkt hoe alles werkelijk in elkaar zit, is er een opeenstapeling van verbijsterende verrassingen die me helemaal beduusd achterlieten. De identiteit van A.C. Porter was lang in mysteriën gehuld, maar nadat hij begin dit jaar de Hebban thrillerprijs 2025 won, besloot hij zichzelf toch bekend te maken. Het is het werk van Arjan Alberts, een senior adviseur bij het ministerie van Justitie en Veiligheid die een dag in de week graag schrijft. Ik ben erg benieuw wat hij nog meer op die ene vrije dag in de week gaat produceren!
Geen reacties