Boekrecensies

Wilde Zwanen – Jung Chang

20 september 2023

Het is 1924 als de 15-jarige Yu-fang in Mantsjoerije een van vele concubines van generaal Xue Zhi-heng wordt. Twaalf jaar eerder (in 1912) is het keizerrijk omvergeworpen en sindsdien wordt China door oorlogsheren bestuurd die vooral heel druk zijn om hun macht ten koste van anderen te vergroten. Yu-fang woont in een volstrekt onvoorspelbare wereld waarin de oude Chinese tradities steeds verder vervagen en ze haar man nauwelijks ziet. Ze moet haar eigen wereld zien te creëren, en leven met voortdurende angst.

Grootmoeder Yu-fang

Drie dagen na zijn huwelijk met Yu-fang vertrekt generaal Xue weer omdat er hevige gevechten tussen de twee belangrijkste fracties van Noord-China zijn uitgebroken. Yu-fang blijft alleen met wat bedienden in hun huis achter en ze heeft geen idee wanneer ze hem weer terug zal zien. Dat mag ze ook niet vragen, want het is haar plicht om stilzwijgend op hem te wachten.

Door haar gebonden voeten kan ze het huis amper uit, dus leidt ze zes jaar lang een eenzaam bestaan. Wanneer haar man zich eindelijk van zijn plichten en andere gezinnen los heeft weten te rukken, komt hij net lang genoeg terug om Yu-fang zwanger te maken.

In 1931 bevalt ze van een dochter, De-hong. Maar wanneer generaal Xue enkele jaren later op sterven ligt moet ze zien te voorkomen dat zijn eerste echtgenote haar dochter De-hong opeist. Als laaggeplaatste concubine heeft Yu-fang helemaal niets over haar eigen kind te zeggen.

Moeder De-hong

De-hong heeft een vrij rustige en gelukkige jeugd, ze krijgt weinig mee van alle turbulentie in China. Japan valt Mantsjoerije binnen en sticht Mantsjoekwo met de voormalige Chinese keizer Pu Yi als een marionet aan het roer. Als antwoord op de genadeloze Kwomintang begint de dan nog betrekkelijk onbekende Mao aan zijn Lange Mars.

Terwijl het communisme steeds meer aan populariteit wint, begint ook De-hong zich in de politiek te interesseren. Ze sluit zich aan bij de revolutie en voert steeds gevaarlijkere klussen uit om de Kwomintang dwars te zitten. Ze smokkelt bijvoorbeeld detonators naar een van de munitiedepots van Jinzhou zodat de communistische belegering van deze stad succesvol kan verlopen.

Tijdens een van deze acties komt ze Shou-yu tegen, haar toekomstige echtgenoot.

“Minder dan twee maanden na hun terugkeer uit Harbin dienden mijn moeder en vader hun verzoek in om in de echt te worden verbonden. Het huwelijk was, zoals alles, voor iedereen die ‘zich bij de revolutie had gevoegd’ onder controle van de Partij gesteld. Het aanstaande paar diende 28-7-regiment-1 te zijn, dat wil zeggen dat de man ten minste 28 jaar oud en minstens 7 jaar partijlid moest zijn en een rang moest hebben die even hoog was als die van regimentscommandant; de 1 sloeg op de enige kwalificatie waaraan de vrouw diende te beantwoorden, namelijk dat ze minimaal een jaar voor de Partij had gewerkt.”

Dochter Jung Chang

Jung Chang is de tweede dochter van De-Hong en Shou-yu, na haar volgen er nog drie kinderen. Het huwelijk van haar vader en moeder verloopt problematisch, vooral omdat Shou-yu vaak de Partij boven de belangen en behoeften van zijn vrouw stelt en zich strikt aan alle gestelde regels houdt.

Jung Chang groeit op in een tijd met immense propaganda, een vreselijke hongersnood, de onverbiddelijke Culturele Revolutie en verlammende bureaucratie. Het feit dat haar vader een hoge functie in de partij heeft voorkomt dat ze ooit honger hoeft te lijden, maar het zorgt er niet voor dat ze een makkelijke jeugd heeft.

Zowel haar vader als haar moeder worden meerdere keren gearresteerd en voor langere periodes opgesloten en iets als school, boeken, muziek, films, theehuizen of andere vormen van vermaak zijn verboden in de periode dat Jung Chang een tiener is. Uiteindelijk weet ze met veel moeite toch een universitaire studie Engels af te ronden.

Drie dochters van China

Als moeder van een Chinese zoon heb ik een grote interesse in het China van de 20e eeuw. Ik heb meerdere boeken die zich in verschillende tijdsvakken van die periode afspelen gelezen, maar ik vond het altijd moeilijk om vat op alle gebeurtenissen te krijgen. Het bleef voor mij behoorlijk vaag hoe Mao aan de macht kwam en hoe hij ondanks zijn gruweldaden een haast goddelijke status kreeg.

Dit boek van Jung Chang geeft aan de hand van de geschiedenis van haar oma, haar moeder en haarzelf heel duidelijk weer wat er in deze rumoerige eeuw in China gebeurde en hoe dat kon ontstaan. Op een indringende manier weet ze historische feiten te vermengen met persoonlijke ervaringen. En die ervaringen zorgden regelmatig voor kippenvel. Het is onvoorstelbaar wat deze mensen allemaal hebben moeten doorstaan!

Het verhaal van de dappere Jung Chang verscheen voor het eerst in 1970, in 1991 werd het in het Nederlands vertaald. Wat mij betreft is het een onvergetelijke klassieker, een onmisbaar boek voor iedereen met ook maar een greintje interesse in China.

Ik zal heel zuinig op dit boek zijn dat ik dik een jaar geleden op een rommelmarkt vond, want over een jaar of tien geef ik het namelijk door aan mijn zoon. Dit is ook een deel van zijn geschiedenis.  

    Plaats een reactie