Percy Jackson is een doodgewone, New Yorkse jongen van 12 jaar. Nou ja, gewoon… Hij heeft ADHD, dyslexie en hij staat op het punt om van de zoveelste kostschool gestuurd te worden. Het lukt hem maar niet om uit de problemen te blijven. In de laatste week van het schooljaar op Yancy Academy, de school die hem na de zomervakantie niet meer terug wil zien, wordt er voor Percy heel veel duidelijk tijdens het schoolreisje naar het Metropolitan Museum of Art. Dan blijkt het opeens niet meer zo vreemd te zijn dat hij anders is als andere kinderen. Percy is namelijk een halfgod.
Van vergezocht verzinsel uit de oudheid naar werkelijkheid
Percy is altijd al een magneet voor problemen geweest. Maar dat zijn wiskundelerares tijdens het uitstapje naar het Metropolitan Museum of Art op een onbewaakt moment in een monster met vleermuisvleugels verandert dat Percy met huid en haar wil verslinden toch echt niet zijn schuld. Niet veel later blijkt dat zijn leraar klassieke talen – meneer Brunner – een centaur is die eigenlijk Chiron heet. En dat zijn beste vriend Grover een sater is. Zij vertellen Percy dat hij een halfgod is, het kind van een mens en een Griekse god.
Het blijkt dat die hele Griekse mythologie helemaal geen vergezocht verzinsel uit de oudheid is, het is echt. En die berg Olympus, de woonplaats van al die goden? Die staat niet langer in Griekenland, maar in het nieuwe middelpunt van de wereld: New York. Vanuit hier hebben de goden een grote invloed op het dagelijkse leven in de westerse beschaving.
Wie de goddelijke vader van Percy is, is niet bekend. Zelfs zijn moeder weet dat niet. Het is wel duidelijk dat Percy in gevaar is, het is beter als hij in ieder geval gedurende de zomer in Kamp Halfbloed verblijft. Dit is een soort zomerkamp voor jonge halfgoden.
De queeste
In Kamp Halfbloed wordt Percy in een hele nieuwe wereld ondergedompeld en vindt hij verklaringen voor zijn ADHD en dyslexie. Dat is namelijk heel gewoon bij halfgoden. Eindelijk heeft hij een plek gevonden waar hij normaal is.
Dan wordt bekend dat de bliksemschicht van Zeus is gestolen, en dat Zeus denkt dat Percy deze heeft. Dat is natuurlijk niet geval, daarom krijgt hij de taak om samen met Grover en Annabeth – de dochter van Athena – deze bliksemschicht voor de zomerzonnewende terug te vinden. Het is een belangrijke queeste, als deze mislukt zal er een grote oorlog uitbreken. Niet alleen onder de goden, maar over de hele wereld.
“’Als er niemand ingrijpt, als de meesterschicht niet voor de zonnewende bij Zeus wordt terugbezorgd, breekt er oorlog uit. En weet je wat zo’n openlijke oorlog betekent Percy?’
‘Niet veel goeds?’ gokte ik.
‘Denk maar aan een wereld in chaos. De natuur in oorlog met zichzelf. Olympiërs die gedwongen worden om tussen Zeus en Poseidon te kiezen. Totale vernietiging. Massaslachtingen. Miljoenen doden. De westerse beschaving één groot slagveld, zo groot dat de Trojaanse oorlog erbij vergeleken een kussengevecht is.’
‘Niet veel goeds,’ herhaalde ik.
‘En jij, Percy Jackson, zou het eerste slachtoffer zijn van Zeus’ toorn.’”
Grappig, spannend en vol actie
Dit boek wilde ik al jaren lezen, maar om de één of andere reden was het er nog niet eerder van gekomen. Toen ik boek zocht om samen met mijn 11-jarige zoon te lezen, leek me dit een perfect moment om het eens van de bibliotheek te lenen.
Vol verwachting begon ik met voorlezen, maar dat bleek niet van een leien dakje te gaan. De zinnen zijn lang en daarom kom je als voorlezer regelmatig in de knoop. En zit er ook nog eens een 11-jarige naast je die je continu onderbreekt omdat hij niets van Griekse mythologie weet. Ik had verwacht dat dit beter uitgelegd zou worden, maar de schrijver is er vanuit gegaan dat de lezer al de nodige kennis op dat gebied heeft. Dat viel dus even tegen.
Het boek is hoe dan ook erg grappig geschreven en zit vol met spanning en actie. Bovendien is het verhaal erg origineel. Maar bij nader inzien had ik meer van dit boek genoten als ik het zelf had gelezen. Voor jonge tieners is dit verhaal, de achterliggende gedachte en de manier van vertellen in ieder geval echt nog te moeilijk.
Kortom: het tweede deel lees ik in mijn eentje, mijn zoon kan daar nog wel een paar jaar mee wachten.
Geen reacties